日本語 |
動く
(ウゴク) |
英語 | ・to move, to stir, to shift, to shake, to swing ・to operate, to run, to go, to work ・to be touched, to be influenced ・to change, to vary, to fluctuate, to waver ・certain, factual ・to be transferred |
フランス語 | ・bouger, remuer, se déplacer, secouer, balancer ・fonctionner, marcher ・être influencé, être touché ・changer, varier, fluctuer, osciller ・certain, factuel ・être transféré |
ドイツ語 | ・sich bewegen, sich rühren, sich regen ・gehen, laufen, funktionieren, in Betrieb sein ・verändern, wechseln ・bewegt sein, gerührt sein ・versetzen, transferieren |
イタリア語 | muoversi, spostarsi, agitarsi, dondolare, ballare, cambiare, lavorare, operare, funzionare, influenzare, modificare |
スペイン語 | moverse, cambiarse, operarse, sacudirse, columpiarse, operarse, correr, ir, trabajar, tocarse, influenciado, oscilarse, fluctuarse, variarse, cambiarse, transferirse |
ロシア語 | 1) двигаться; передвигаться; перемещаться; шевелиться, шелохнуться; ворочаться; шататься (о чём-л., что должно быть неподвижным, напр. о зубах), 2) работать (о механизме и т. п.); идти (напр. о часах, о трамвае), 3) колебаться; меняться, 4) быть тронутым; быть под влиянием (чего-л.) |
オランダ語 | ・bewegen, zich bewegen, in beweging zijn ・van plaats veranderen, van positie veranderen, zich verplaatsen ・schommelen, wiegen, heen en weer bewegen, schudden ・{m.b.t. machine, toestel} lopen, aan staan, werken, in werking zijn, aangeschakeld zijn, functioneren, gaan ・handelen, doen, actief zijn, werken, bezig zijn, onledig zijn, in de weer zijn, in het getouw zijn ・beïnvloed worden, een invloed ondergaan, beheerst worden, wankelen, fluctueren, schommelen ・ontroerd zijn, geroerd zijn, onder de indruk zijn, getroffen zijn, geraakt zijn, geëmotioneerd zijn ・veranderen, veranderd worden, zich wijzigen, een wijziging ondergaan ・overgeplaatst worden {naar een andere positie, werkplaats}, een andere standplaats krijgen |
ハンガリー語 | eljár, elmozdul, javaslatot tesz, megmozdít, mozgat, mozog, izgat, lelkesít, megmozgat, moccan, mozdít, áthelyez, elmozdít, eltol, megváltozik, megrázkódtat, remeg, reng, forgat, himbál, ingat, inog, leng, lóbál, előidéz, érvényes, hat, működik, működtet, üzemben tart, fog, folyik, fut, ha... |