日本語 |
起こる
(オコル) |
英語 | to occur, to happen |
フランス語 | arriver, avoir lieu, se produire, survenir |
ドイツ語 | ・entstehen, passieren, sich ereignen, geschehen, sich begeben, erfolgen, stattfinden, vorfallen, vorkommen, sich zutragen ・ausbrechen, aufkommen, sich erheben, auftreten ・einen befallen, infizieren, krank werden mit …, einen Krankheitsanfall haben ・einen befallen, von etw. überwunden werden, führen zu …, resultieren, hervorbringen |
イタリア語 | avvenire, accadere, aver luogo, essere causato, derivare, essere generato, avere origine |
スペイン語 | ocurrir, acaecer, suceder |
ロシア語 | 1) возникать, начинаться, 2) происходить, случаться |
オランダ語 | ・gebeuren, zich voordoen, voorvallen, plaatshebben, plaatsgrijpen, geschieden, niet achterwege blijven, niet uitblijven ・ontstaan uit, zijn oorzaak hebben in, het gevolg zijn van ・{van warmte, elektriciteit etc.} geproduceerd worden, opgewekt worden, gegenereerd worden, verwekt worden ・een aanval hebben {van een ziekte} ・opkomen, bloeien, welvarend zijn, voorspoedig zijn ・beginnen te branden, vlam vatten, ontvlammen |
ハンガリー語 | bekövetkezik, előfordul, megesik, megtörténik, adódik, történik |