日本語 |
延びる
(ノビル) |
英語 | ・to stretch, to extend, to lengthen, to grow (of hair, height, grass, etc.) ・to straighten out, to be flattened, to become smooth ・to spread (of paint, cream, etc.) ・to stretch out (e.g. of a hand), to extend ・to lose elasticity, to become slack, to become soggy (e.g. noodles) ・to be prolonged (meeting, life span, etc.), to be extended (e.g. deadline), to lengthen (e.g. of the days) ・to be postponed, to be delayed, to be put off |
フランス語 | ・étirer, grandir, s'étirer, se prolonger, se répandre ・progresser, pousser (barbe, taille) ・rassir (soba) ・être redressé, être aplati, être lissé ・être fatigué, être épuisé ・être retardé, être prolongé |
ドイツ語 | ・länger werden, sich ausstrecken, wachsen, sich vergrößern, zunehmen, sich ausdehnen, sich glätten ・verschoben werden, aufgeschoben werden, sich verlängern, vertagt werden ・sich ausbreiten ・sich verlängern, länger werden, sich ausdehnen ・überdehnen, sich ausdehnen und dabei die Elastizität verlieren ・sich hinziehen, sich hinstrecken, lange andauern, sich verzögern ・Fortschritte machen, vorrücken, sich vorwärts bewegen ・müde sein, erschöpft sein, schwach werden, umkippen, in Ohnmacht fallen |
イタリア語 | allungarsi (e.g. barba, capelli), crescere, diventare colla (e.g. spaghetti, soba), progredire, aumentare, stancarsi eccessivamente, essere sfinito, cadere ammalati, svenire, stendersi (e.g. a letto), spalmarsi, estendersi, allungarsi, fare progressi, crescere, aumentare (barba, peso corpo... |
スペイン語 | desarrollarse, progresar, extenderse, crecer, alargarse |
ロシア語 | растягиваться, вытягиваться, удлиняться, распрямляться, 1) удлиняться, растягиваться, 2) расти, 3) отсрочиваться, откладываться, 4) вытягиваться, выпрямляться; тянуться, 5) тянуться, простираться, 6) (перен.) расти, развиваться, 7) становиться жидким, 8) (прост.) свалиться |
オランダ語 | ・groeien, in lengte toenemen, rekken, strekken, {w.g.} uitrekken ・zich strekken, gestrekt raken, {van kreuken e.d.} vlak worden, glad worden, uitgestreken raken ・verslappen, verweken, murwen ・vooruitgaan, beter worden, groeien, zich ontplooien, stijgen, toenemen ・zich (goed) laten uitsmeren, (goed) uitsmeren, (goed) smeren ・uitgeteld raken, uitgevloerd raken, knock-out gaan, geradbraakt raken, uitgeput raken, afgesloofd raken, afgemat raken, de rek gaat eruit, bekaf raken, afgepeigerd raken, afgeknoedeld raken, murw raken, voor Pampus gaan liggen, tegen de vlakte gaan ・verlengd worden, geprolongeerd worden, uitgesteld worden, verdaagd worden, opgeschort worden, verschoven worden, verzet worden ・{m.b.t. de dagen enz.} lengen, {m.b.t. vergadering e.d.} uitlopen, langer duren ・zich uitstrekken {naar het noorden enz.}, reiken (tot) ・vooruitgaan, beter worden, groeien, zich ontplooien, stijgen, toenemen ・zich (goed) laten uitsmeren, (goed) uitsmeren, (goed) smeren |
ハンガリー語 | erőszakol, felakaszt, felravataloz, kiegyenesít, kifeszít, kinyújt, kitágít, kiterít, kiterjed, megfeszül, nyúlik, túlerőltet, túlfeszít, túloz, elterül, kiterjeszt, meghosszabbít, nő, növel, nyújt, terít, terjed, elnyújt, hosszabbít, hosszabbodik |