日本語 |
遣っ付ける、遣っつける、やっ付ける
(ヤッツケル) |
英語 | to beat, to attack (an enemy), to do away with, to finish off |
フランス語 | battre, attaquer (un ennemi), abolir, terminer, achever |
ドイツ語 | ・etw. durchführen, ohne an die Folgen zu denken ・jmdn. fertig machen ・angreifen, kritisieren |
イタリア語 | sconfiggere, attaccare (il nemico), sbarazzarsi di ..., finire (qc), attaccare (un nemico), eliminare, uccidere |
スペイン語 | hacer de cualquier manera, llevar a cabo de malas maneras, sacudir, zumbar, zurrar, derrotar, dar de leches, batir, atacar, acabar |
ロシア語 | |
オランダ語 | ・verslaan, overwinnen, afmaken, uitschakelen, vellen, winnen van, doden, ervan langs geven, de volle laag geven, een pak slaag geven, zwaar aanpakken, de das omdoen, {fig.} afdrogen, inmaken, inblikken, afranselen, afstraffen, afrossen, een afstraffing geven, zijn portie geven, zijn vet gev... ・scherp bekritiseren, heftig tekeergaan tegen, aanvallen, te lijf gaan, uithalen naar, afkammen, afbreken, afkraken, de grond in boren, neerhalen, neersabelen, hekelen, kraken, aftroeven, de grond in trappen, op de korrel nemen, roskammen, de vloer aanvegen met ・afwerken, afmaken, afdoen, afhandelen, {問題を} afwikkelen, afronden, komaf maken met, wegdoen, wegwerken, zich ontdoen van, uit de weg ruimen ・aandurven te ~, durven te ~, wagen te ~, het bestaan te ~, zo brutaal zijn te ~, het lef hebben te ~, erdoorheen sukkelen, met vallen en opstaan het einde halen, het klaarspelen, het gedaan krijgen, het voor elkaar boksen, het bolwerken, het fiksen, stellen, flikken, opknappen, schiemannen... ・vreten, zuipen |
ハンガリー語 | porrá tör, söpör, támad, befejez, megesz vmit, megeszik |