日本語 |
利用
(リヨウ) |
英語 | use, utilization, utilisation, application |
フランス語 | emploi, usage, utilisation |
ドイツ語 | ・benutzen, ausnutzen, verwenden, verwerten, auswerten, nutzbar machen, Benutzung, Ausnutzung, Gebrauch, Auswertung, Nutzanwendung, Verwertung ・Ausbeutung, Ausnutzung |
イタリア語 | utilizzo, uso, utilizzazione, impiego |
スペイン語 | uso, utilización, aplicación |
ロシア語 | использовать (что-л.); воспользоваться (чем-л.), использование, {~する} использовать (что-л.); воспользоваться (чем-л.) |
オランダ語 | ・(nuttig) gebruiken, (tot zijn nut) aanwenden, benutten, toepassen, zich prevaleren van, gebruik maken van, zich bedienen van, {uitdr.} partij trekken van, {fig.} zijn toevlucht nemen tot, employeren, in gebruik nemen, in gebruik stellen ・ten nutte maken, profiteren van, utiliseren, {de gelegenheid} waarnemen, uitbuiten, zijn voordeel doen met, voordeel trekken uit, profijt trekken van, ten eigen bate aanwenden, munt slaan uit, de vruchten plukken van, een slaatje slaan uit ・(nuttig) gebruik, (nuttige) toepassing, benutting, aanwending ・utilisatie, exploitatie, gebruikmaking |
ハンガリー語 | alkalmazás, felhasználás, gyakorlat, használat, szokás |