日本語 |
置く
(オク) |
英語 | ・to put, to place ・to leave (behind) ・to establish (an organization, a facility, a position, etc.), to set up ・to appoint (someone to a certain position), to hire, to employ ・to place (one's trust, one's faith, etc), to bear (in mind etc) ・to put down a tool (e.g. a pen) hence stopping what one is doing with that tool ・to take in (boarders, etc.), to provide lodging in one's house ・to separate spatially or temporally ・to do something in advance ・to leave something in a certain state, to keep something in a certain state |
フランス語 | ・établir (une organisation, une structure, une position, etc.), mettre en place ・nommer (quelqu'un à une certaine position), embaucher, recruter, employer ・confier (sa confiance, sa foi, etc.), garder (à l'esprit, etc.) ・reposer un outil (par ex. un stylo) et donc arrêter ce qu'on fait avec cet outil ・prendre (des pensionnaires, etc.), fournir un hébergement dans sa maison ・séparer dans l'espace ou dans le temps ・faire quelque chose en avance ・laisser quelque chose dans un certain état , garder quelque chose dans un certain état |
ドイツ語 | ・setzen, legen, stellen, dalassen, lassen, zurücklassen, ordnen, aufhören, ablassen, fallen lassen, halten, anstellen, engagieren, beherbergen, unterbringen, einlogieren, errichten, eröffnen, etablieren, organisieren, ernennen, stationieren, aufstellen ・sich absetzen, sich niederschlagen (Reif, Tau) ・… bleiben, … lassen, im Voraus …, vorab … |
イタリア語 | mettere, posizionare, lasciare, fare qualcosa in previsione di altro (con la forma in -te del verbo) |
スペイン語 | ・poner, colocar ・dejar (atrás) ・hacer algo adelantado (usu. seguido de verbo con forma -te) |
ロシア語 | 1) класть, ставить; помещать, 2) оставлять (где что-л.); (ср.) おいてきぼり, おいてくる, おいてゆく, 3) оставлять (в каком-л. виде); позволять продолжать (что-л. делать), 4) открывать, учреждать, 5) назначать (на должность), 6) держать, сохранять (где что-л.), 7) держать (слуг, жильцов и т. п.), 8) (после... |
オランダ語 | ・plaatsen, zetten, leggen, stellen, installeren ・laten liggen, achterlaten ・laten, zo laten, toelaten, toestaan ・oprichten, vestigen, instellen, stichten, grondvesten, openen, houden ・bewaren, opslaan, stockeren, conserveren, houden, een voorraad vormen ・uitzonderen, terzijde leggen ・erbij laten, er zich verder niet meer mee bemoeien ・tewerkstellen, werk geven, in dienst hebben, {bedienden} houden ・huisvesten, logeren, logies verlenen ・10. aanstellen als, {een persoon} in een zekere functie plaatsen, benoemen ・11. {soldaten} posteren, legeren, plaatsen, opstellen ・12. een tussenruimte laten, een tijdsinterval laten, tijd tussen laten, afscheiden, op een afstand houden {zie ook het suffix -oki 置き} ・13. verpanden, belenen, in onderpand geven ・14. {m.b.t. een laagje goud, zilver etc.} voorzien, beleggen, bekleden, vergulden, verzilveren ・15. {m.b.t. dauw, rijp, rijm, nachtvorst etc.} zich vormen ・16. iets op voorhand doen, iets alvast doen {na een て-vorm van een werkwoord} ・17. stoppen met schrijven, de pen neerleggen, een brief afsluiten |
ハンガリー語 | becsül, dob, feltesz, helyez, odatesz, tesz, elhelyez, felad, rábíz |