日本語 |
脱け出る
(ヌケデル) |
英語 | ・to slip out, to steal out ・to excel, to stand out |
フランス語 | |
ドイツ語 | wegschleichen, verschwinden, weglaufen, abgehen, anfangen auszufallen |
イタリア語 | |
スペイン語 | |
ロシア語 | (см.) ぬけだす |
オランダ語 | ・uitkomen, wegkomen uit, loskomen van, losraken van, uitraken, losbreken, uitbreken, zich redden uit ・naar buiten glippen, ontglippen, ontkomen aan, ontsnappen uit, zich onttrekken aan, ertussenuit knijpen, wegsluipen, wegglippen ・uitsteken, opsteken, uittorenen ・uitmunten, uitblinken, uitstijgen |
ハンガリー語 | kitűnik, túltesz |