日本語 |
上がる
(アガル) |
英語 | ・to rise, to go up, to come up, to ascend, to be raised ・to enter (esp. from outdoors), to come in, to go in ・to enter (a school), to advance to the next grade ・to get out (of water), to come ashore ・to increase ・to improve, to make progress ・to be promoted, to advance ・to be made (of profit, etc.) ・to occur (esp. of a favourable result) ・to be adequate (to cover expenses, etc.) ・to be finished, to be done, to be over ・(of rain) to stop, to lift ・to stop (working properly), to cut out, to give out, to die ・to win (in a card game, etc.) ・to be spoken loudly ・to get stage fright ・to be offered (to the gods, etc.) ・to go, to visit ・to eat, to drink ・to be listed (as a candidate) ・to serve (in one's master's home) ・to go north ・to be complete, to finish |
フランス語 | ・grimper, monter, s'élever, se lever ・entrer (en part. de l'extérieur), rentrer ・être terminé, être fait, être fini ・(de la pluie) s'arrêter, cesser (de pleuvoir), se dissiper ・arrêter (de fonctionner correctement), supprimer, céder, mourir ・gagner (dans un jeu de cartes, etc.) ・être arrêté, être appréhendé ・remonter (à propos de preuves, etc.) ・être frit ・être exprimé haut et fort ・avoir le trac ・être offert (aux dieux, etc.) ・entrer (dans une école), passer dans le niveau suivant ・aller, visiter ・manger, boire ・être inscrit (comme candidat) ・servir (dans la maison de son maitre) ・aller vers le Nord ・indique l'achèvement ・sortir (de l'eau), débarquer, accoster ・augmenter, être en hausse ・s'améliorer, progresser ・être promu, monter en grade, avoir de l'avancement ・perdre son sang-froid ・avoir (le moral) ・être à bout de souffle, être hors d'haleine |
ドイツ語 | ・emporsteigen, hoch gehen ・frittiert sein ・gezeigt werden, sichtbar werden ・festgenommen werden ・berühmt werden, sich einen Namen machen ・steigen, aufsteigen, aufgehen, sich erhöhen, erhöht werden, ansteigen ・hinaufgehen, hochgehen, hochfahren, hochsteigen ・aus dem Wasser kommen, an Land gehen ・eintreten, ins Haus kommen ・aufrücken, fortschreiten ・in einer Villa in den Dienst treten ・in eine Schule eintreten, in eine Schule vorrücken ・heben ・hissen ・steigen lassen ・abbrennen (ein Feuerwerk), aufziehen (einen Vorhang) ・opfern, vor den Altar stellen ・erscheinen, auftauchen, entdeckt werden ・ermittelt werden, gefasst werden ・sich erhöhen, steigen (Miete, Zinsen etc.) ・beenden, vollenden ・enden, zu Ende gehen, aufhören ・betragen, nicht teurer sein als … ・zu fallen aufhören (Regen, Schnee) ・sich zu bewegen aufhören ・beenden (ein Spiel) ・sich in den Norden begeben ・essen, trinken ・aufgeregt sein, die Fassung verlieren ・besuchen, aufsuchen ・zitiert werden, angeführt werden |
イタリア語 | salire, andare in alto, ascendere, aumentare, sollevarsi(il morale), issare(la bandiera), essere innalzati, entrare (esp. da fuori), andare dentro, entrare (in una scuola), cominciare la scuola, ricavare, costare, ammontare, essere c ompletato, smettere, finire, emozionarsi, innervosirsi, ... |
スペイン語 | ・ser capturado ・citarse, mencionarse ・volverse próspero ・entrar, subir, elevarse, escalar, avanzar, apreciar, ser promovido, mejorar, visitar, ofrecerse, acumular ・estar acabado, irse a la bancarrota, atraparse, amainar (lluvia) ・debilitarse (ej. una batería) ・fastidiarse |
ロシア語 | (как 2-й элемент сложн. гл. означает законченность действия, выраженного первым гл.:), (неперех.), 1) ((тж.) 揚がる) (прям. и перен.) подниматься, повышаться, 2) входить (в комнату, в дом); заходить (к кому-л.), 3) закончиться, прийти к концу; прекратиться, (ср.) みゃく【脈】(が上がった), 4) уснуть (о р... |
オランダ語 | ・{花火が} opgaan, omhooggaan, opstijgen, omhoogstijgen, de lucht in gaan, omhoogvliegen ・{天ぷらが} gefrituurd worden, gebakken worden ・{声が} zich verheffen, geslaakt worden, {歓声が} weerklinken ・{陸に} op het droge komen, aan land gaan, landen ・{例が} gegeven worden, {名が} vermeld worden, opgegeven worden, {証拠が} gevonden worden, aan het licht komen, voorhanden komen ・{犯人が} gearresteerd worden, gevat worden, aangehouden worden, ingerekend worden, gesnapt worden, opgepakt worden, 26. {hon.} eten, drinken, nemen, nuttigen, gebruiken ・{段を} opgaan, oplopen, opkomen, {坂を} opklimmen, beklimmen, {二階に} naar boven gaan, komen ・{幕が} opgaan, {遮断機が} omhooggaan, {狼煙, 花火が} opstijgen, omhoogstijgen, de lucht in gaan, omhoogvliegen, {煙が} optrekken, {火の手が} oplaaien, {旗が} in top gaan, gehesen worden, {表彰の額が} opgehangen worden, {馬が} steigeren, {髪が} recht overeind gaan staan, te berge rijzen, {神が} opvaren, verrijzen, ten h... ・{草が} uit de grond komen, uitkomen, opgroeien, opschieten, oprijzen, omhoogrijzen, opwassen, kiemen ・{水から} uit het water komen, {風呂から} uit bad komen, {陸に} op het droge komen, aan land gaan, landen ・{事実が} aan het licht komen, aan de dag komen, aan de oppervlakte komen, bovenkomen, gevonden worden, blijken, zich voordoen, zich manifesteren, optreden, {証拠が} voorhanden komen, {成果が} resultaat opleveren, {効果が} effect sorteren, uitwerking hebben ・{物価, 血圧, 気温が} stijgen, oplopen, opslaan, klimmen, toenemen, hoger worden, {econ.} aantrekken, {程度が} aan kracht winnen, verhevigen, groter worden, groeien, aangroeien, vermeerderen, {右肩が} hoger uitkomen ・{初舞台で} flippen, panikeren, de kluts kwijtraken, van de wijs raken, {Belg.N.} de trac in z'n lijf krijgen ・{利益が} opbrengen, opleveren, afwerpen, geven, afkomen, voortkomen ・{地位が} promotie maken, promoveren, klimmen, opklimmen, bevorderd worden, zich opwerken ・10. {成績, 腕前が} verbeteren, vooruitgang boeken, {男ぶりが} er knapper op worden, opknappen, {意気が} opleven, opkikkeren, opgemonterd raken, opfleuren, {調子が} op dreef komen, op gang komen, in de stemming raken ・11. {大学に} aan de universiteit komen, {学校に} voor het eerst naar school gaan, beginnen, overgaan ・12. {座敷に} binnengaan, binnenkomen, binnentreden, ingaan, {舞台に} op het toneel komen, ten tonele komen, op het toneel verschijnen, opgaan, optreden |
ハンガリー語 | előlép, fellázad, fokozódik, kel, megkel, nagyobbodik, ülést berekeszt, ülést bezár, bejön, emelkedik, felszáll, ered, feláll, felbukkan, felemelkedik, kiemelkedik, növekszik, származik, elősegít, halad, becsül, értékel, megbecsül, nagyra becsül |